Voor de Japanners is alles in het leven een weg naar het bereiken van perfectie. De kleinste activiteiten worden het streven naar perfectie. Bonsai maken, bomen vormgeven, zwaarden smeden, origami, thee zetten! Alles is ondergeschikt aan het nastreven van het ideaal. Bushidō en het boeddhisme vormen de fundamenten van de Japanse mentaliteit en de manier waarop zij de wereld waarnemen.
Deze aanpak zette hen op weg naar perfect beschermd hout. Aanvankelijk werd het hout verduurzaamd met behulp van zeewater, maar dat was niet voldoende omdat het hout grijs en ruw werd. Het was gewoon niet perfect. In de achttiende eeuw ontstond de techniek van het conserveren van hout door middel van vuur. Aanvankelijk werd de Yakisugi / Shou Sugi Ban-techniek alleen gebruikt bij cederhout, het basisbouwmateriaal van Japanse huizen. De eerste Japanse ambachtslieden behandelden hout dat bedoeld was voor het bouwen van huizen met vuur totdat het een verkoold oppervlak kreeg. Het proces duurde behoorlijk lang, maar het effect en de duurzaamheid verrasten hen enorm. De laag verkoold hout, verstoken van voedingswaarde, werd brandveilig en bood bescherming tegen parasieten en schimmels voor de onderliggende lagen. Het bood ook automatisch bescherming tegen verrotting en verrotting, en de effecten hielden tientallen jaren aan.
Hout dat aan deze techniek wordt onderworpen, kleurt van zwart tot lichtbruin, afhankelijk van de mate van verkoling. Het licht verkoolde hout vertoonde een prachtig nerfpatroon, wat verbazingwekkende visuele waarden liet zien. De hedendaagse ambachtslieden verbranden geen hout boven een vreugdevuur. Hiervoor worden gasbranders en professionele ovens gebruikt. Ook de houtsoort is breed en het is niet alleen cederhout. Door het gebruik van verschillende houtsoorten ontstaan er verschillende texturen.
Het YAKISUGI-houtbewerkingsproces kan in drie fasen worden verdeeld:
- hout branden,
- hout verharden in koud water,
- borstelen en vastzetten met olie.
Bij een juiste uitvoering van de techniek blijft het hout tientallen jaren behouden. Het benadrukt ook de unieke textuur, die voor elke soort verschillend is. Momenteel worden de volgende houtsoorten gebruikt: grenen, esdoorn, eik, lariks en gigantische arborvitae. Aanvankelijk werd hout gebruikt dat was vastgezet met de YAKISUGI-methode om huizen te bouwen. Het uiterlijk van beton en kunststof gevelmaterialen in de 20e eeuw en de Japanse techniek raakten jarenlang in de vergetelheid. Sinds het begin van de 21e eeuw heeft YAKISUGI een tweede jeugd meegemaakt, eerst in de VS en daarna in Europa. Er zijn honderden projecten met gestookt hout gecreëerd. Het wordt gebruikt om huizen en hekken te bouwen, om meubels en decoraties te maken en om muren en vloeren af te werken. Ook wij sluiten ons aan bij deze trend.
MEIBOKU
Michał Malawski